Yogyakarta
Door: sanja en david
Blijf op de hoogte en volg sanja en david
21 Augustus 2024 | Indonesië, Jogjakarta
Lieve vrienden en familie,
We zijn nu ongeveer 1,5 week onderweg (*Inmiddels meer 2,5 week, maar ik loop wat achter met het posten van de updates) en wat hebben we alweer ontzettend veel meegemaakt! Ik had eigenlijk al veel eerder hele verhalen kunnen schrijven, maar ja... we waren steeds heel druk met dingen mee maken! En zoals sommigen zich misschien herinneren, is dat wat ik graag wilde van deze reis: dingen mee maken!
Het feit dat ik nu wel even (nou ja, een slordige 17 uur) heb om een stukje te schrijven, komt niet doordat we nu even niks mee maken. Eigenlijk maken we juist nu een van mijn lievelingsmomenten van reizen mee! Ik schrijf dit stukje namelijk vanuit de sleeperbus naar Bali! We zijn vanmiddag om 14.30 "ingecheckt" (ja zo gaat dat echt, zo sjiek is deze bus) in Malang voor de slaapbus naar Bali en klein uurtje later was de nou ja, lift of zullen we maar zeggen en gaat deze bus ons nu in ongeveer 17 uur naarBali brengen. Nou klinkt zoń nachtbus misschien niet echt als een pretje, maar dat is het absoluut wel tot nu toe! We hebben allemaal een eigen "hokje" in de bus, met een soort bed, dat bijna helemaal plat kan (helemaal mag niet van de indonesische wet). Zelfs wij hollanders kunnen onze benen lekker uitstrekken en hebben voldoende ruimte. De bus het "De Queen" en ze doet haar naam eer aan: tot nu toe is de ervaring koninklijk. Bij het instappen ontvinden we slippers en stond er een tasje met lekkers op ons te wachten. Dat is gevuld met allerlei koek, snoep, een slaapmasker, koptelefoon (want ja, er zit een digitaal entertainment systeem in, net als in het vliegtuig), doekjes voor je handen, tandenborstel en nog meer van die gekkigheid. Verder hebben we natuurlijk water, kussens (meerdere) een lekkere warme deken (want wie wel eens in Azie gereisd heeft met een bus weet: hoe sjieker de bus, hoe kouder de airco. En die vlieger gaat ook hier zeker weer op). Er zijn 2 lagen met slaapcabines en Linde en ik hebben allebei de allervoorste boven in. Wij kunnen dus niet alleen van een majestueus uitzicht aan de zijkant genieten, maar ook nog langs ons tv-tje kijken waar we heen gaan. Achter ons liggen Theije en David, ook elk op de bovenste verdieping.Helaas voelt David zich niet zo heel lekker vandaag, dus hij geniet vooral van het feit dat hij lekker kan slapen in de bus momenteel.
Vlak na vertrek kwam de steward langs om iedereen te voorzien van een Whopper Jr van de burgerking (serieus!). Niet veel later met een nat handdoekje en we zijn nu net weer aan het rijden na een stop bij een wegrestaurant, waar er een buffet op ons stond te wachten. We voelen ons dus echt net prinsjes en prinsesjes en zijn blij dat we gekozen hebben voor deze bus ipv vliegen. En met een beetje geluk krijgen we ook nog wat slaap zelfs en komen we redelijk uitgerust morgenvroeg aan op Bali.
Maar wat hebben we nou allemaal uitgespookt al die tijd? Zoals ik al zei, best wel veel, dus ik ga proberen de hoogtepunten te vertellen. Maar het zou zomaar kunnen dat ik het niet red in 1 stuk en ik er een aantal losse stukjes van maak. We zien wel.
We gaan terug naar vrijdagavond 16 augustus. Ondanks dat ik het stukje later gepost had, heb ik het geschreven in het vliegtuig, dus daar waren we gebleven. De vluchten en ook de tussenstop gingen allemaal voorspoedig. Vrijdagavond landen we zelfs een half uurtje eerder dan gepland. Mooi, dan kunnen we nog de hotel shuttle halen die over 1,5 uur gaat dacht ik. Spoiler alert: dat ging dus niet. Na de landing moesten we door de immigratie. Opgetogen en vol goede moed liepen we achter iedereen aan naar de electronische poortjes die onze paspoorten ging scannen. Maar nee, we mochten niet door.Het bleek dat we allemaal formulieren in hadden moeten vullen, wat we dus nog niet hadden gedaan. Na wat handen en voetenwerk, zodat we de digitale fomulieren hopelijk ook juist hadden ingevuld, waagden we een nieuwe poging. De kinderen ruzieden allebei om wie er eerst door het poortje mocht. Zoals een goede moeder betaamt besliste ik dat er niemand als eerste ging, omdat ik dat was. Dat vond het kindvolk allemaal heel erg oneerlijk, maar ja, that's life. Ik scande mijn paspoort en ja hoor: ik mocht door! Daarna Linde een daarna Theije... eh... daarna Theije dus niet. Theije mocht er niet door en kreeg weer de melding iemand op te zoeken. Gelukkig was David er ook nog niet door (ja kinderen, daaaaarom is dat dus) en kon David met Theije samen op zoek naar een lange rij om iemand te spreken te krijgen. Uiteindelijk lukte het hem om in de diplomaten-rij te mogen en na een minuut of 20 kwamen beide heren ons in maleisie vergezellen. Niet door het poortje, maar wel allebei met een coole stempel in hun paspoort. Die hadden Linde en ik dan weer niet[e-1f641]. Ondanks dat ik eigenlijk wel zeker dacht te weten dat David (want ik zou dat nooit doen, ahum) waarschijnlijk iets verkeerd had ingevuld op het digitale formulier, bleek dat niet het geval geweest te zijn. Het was een random check en blijkbaar leek het de Maleisische autoriteiten een leuk plan om dat te doen bij een jongetje van 11 nadat zijn halve familie net al het land in was... Any way, uiteindelijk waren we er en na nog wat zoeken, het kopen van een indonesische sim-kaart en het downloaden van de Grap-app (de aziatische Uber, echt super handig!) waren we onderweg naar ons hotel. Rond 23.00 uur lokale tijd checkten we in en was de vakantie nu echt, echt begonnen!
zaterdag 17 augustus: zwemmen en vliegen naar Yogyakarta.
Na een nachtje in een prachtig airport hotel, vlogen we de volgende dag gelijk door naar Yogyakarta. Dat wordt ook wel de culturele hoofdstad van Indonesie genoemd. Het is een hele leuk stad en er is heel veel te doen. We hadden onszelf hier verwend met een heel duur maar wel echt heel mooi hotel (want helaas geen personeelskorting bij deze): The Phoenix. Het is een heel mooi oud (uit 1910) koloniaal gebouw, met een heerlijk zwembad. Het ligt redelijk centraal in het super drukke Yogyakarta, maar binnen is het echt een oase van rust. We werden wel persoonlijk welkom geheten door de front officie manager (want ze wisten dat David ook voor Accor werkt) en er stond een brief van de General Manager te wachten om ons een fijn verblijf te wensen., met daarbij een schotel met allerlei lekkere Javaanse gerechten. Het bleek die dag ook een feestdag te zijn, dus daarom kregen we het traditonele dat daarbij hoorde. We voelden ons heel welkom!
Zondag 18 augustus: van A(lun-Alun) naar Betor (maar dan andersom)
Deze dag gebruikten we om Yogyakarta te verkennen. Eerst te voet en later in een "Betor", dat is de gemotoriseerde versie van een Becak, wat dan weer de Indonesische versie is van een Rikjsa. Omdat er maar 2 personen in zon betor gaan (althans, dat dachten wij, later bleek dat we prima met zijn vieren opgestapeld in eentje konden), gingen David en Theije in de ene en Linde en ik in een andere. Die van ons had duidelijk wat meer sambal in zijn reet, want hij stoof met een rotgang weg, David en Theije en zijn collega ver achter zich latend. Het was een soort achtbaan rit door de stad, alleen af en toe opgehouden door een kudde scooters (want die zijn er veeeeeeeel). We stoven rakelings langs auto's, bussen, scooters en alles wat zo nog meer op straat loopt in Java. Linde en ik vonden het een beetje spannend, maar vooral ook heel erg leuk. Omdat we alleen natuurlijk geen flauw idee hadden waar we heen gingen en of dat wel was waar we ook heen wilden, begon ik hem na een minuut of 10 met nergens een spoor van David of Theije, toch wel een klein beetje te knijpen. Ik wilde net mijn telefoon pakken, toen de chauffeur de betor aan de kant zette en we op ze gingen wachten. En ja hoor, met wat geduld, kwam ook de betor van David en Theije aangetufd, lekker relaxed. Uiteindelijk kwamen we dus alle vier, hetzij op een wat verschillend tempo, aan bij het Via Via hostel, waar we wat tours wilden boeken. Eenmaal daar realiseerden we ons, dat we heeel, heel vroeger ook al eens in een Via Via hostel hadden geslapen, namelijk in Leon (Nicaragua) en ook een keer in Copan (Honduras). Goede herinneringen en leuk om nu aan de andere kant van de wereld toch op een soort van vertrouwde plek te zijn. De lieve mensen van Via Via tours hielpen ons met het uitzoeken van wat we wilden doen en zien. We besloten een fiets tour te boeken en verder wel te zien. Het bezoeken van de Borobudur, DE grote toeristische trekpleister (en een tempelcomplex) of Prembanan (ook een tempelcomplex) ging niet op maandag, want dan is alles dicht. Omdat we 5 nachten en 4 volle dagen hadden, maakte we ons daar geen zorgen over, dat komt vanzelf wel. S avons gingen we naar Alun-Alun, een heel groot vierkant park/plein. Daarom heen loopt een weg en daarom heen staan duizenden verschillende stalletjes met streetfood. Op het straatje rijden een soort trapautootjes (maar dan formaat echte auto) versierd met allerlei lichtjes en toeters en bellen. Tegen betaling mocht je daarin een rondje om het pleintje fietsen. Dat konden de kinderen natuurlijk niet aan zich voorbij laten gaan! Na een wederom best spannend rondje (want de kinderen moeten sturen en je rijdt langs allerlei geparkeerde auto's en wordt voortdurend ingehaald door scooters) en slechts 1 scooter die een deel van zijn scooter verloor toen hij tegen ons aanknalde, besloten we het eten maar te proberen. Enthousiast kochten we allerlei verschillende soorten eten. Ik had een "Avocado Brulee" (nee dat heb ik echt, echt niet zelf verzonnen, zo heet ie echt). Wat is dat vraag je je misschien af? Nou eigenlijk zoals het klinkt: een zoete aardappel uit de oven, die wordt uitgehold en de zoete aardappelpuree wordt gemend met avocado. Daarna gaat er een laagje wit spul (gecondenseeerde melk?) overheen en een laagje suiker. Dan trekt de meneer een enorme vlammenwerper uit zijn broekzak en flambeert het geheel. Et volia: advocado brulee. Gek genoeg was ik de enige die het wilde proberen. En mazzel voor mij, want het was erg lekker! Linde ging voor een kraampje met allemaal prachtig gekleurde balletjes. Gewapend met haar mooiste glimlach poseert ze er mee voor de foto. Maar dat was van korte duur, want zo mooi als de balletjes er uit zien, zo ontzettend vies bleek iedereen ze te vinden. Het was eigenlijk gewoon een soort Jello. Nou ja, weer wat geleerd. En mooi was het wel. Gelukkig smaakten de kip op stok en de suikerspin in de vorm van een beertje wel (al deed het opeten van dat lieve beestje ook wel een beetje pijn). Nadat we alles hadden geprobeert en propvol zaten en hadden geleerd dat je voor het doen van een kleine boodschap op de wc hier maar 2000 rupiah (14 cent) betaalt en voor een grote boodschap 3000 rupiah (20 ct ongeveer) betaalt, gingen we terug naar huis, naar Phoenix. Maar we vroegen ons nog wel af, wie dat eigenlijk controleert, hoeveel je moet betalen[e-1f606]. Ons toiletbezoekje was die avond erg goedkoop, want na het zien van het openbaar toilet, besloot Linde dat ze het nog wel even kon ophouden tot in het hotel. Inmiddels is ze een volleerd indoneschis toilet ganger en verkiest ze de hurk-toileten boven de vieze zit-toiletten. En begreep ze ook eindelijk waarom er bordjes hangen dat je niet op het (zit) toilet mag gaan staan. En heeft ze die regel ook al gebroken[e-1f609].
Maandag 19 augustus: Pick-up please!
Vandaag hadden we zelf een tour georganiseerd, want via het reisbureautje was het vol. Maar omdat we ons niet voor 1 gat laten vangen, lukte het na wat rond vragen toch om de gaan cave tuben bij Gua Pindul! We deden weer lekker rustig aan en aan het begin van de middag vertrokken we naar Gua Pindul. Daar is een enorm grotten stelsel, waar een riviertje doorheen stroomt en daar kun je in een oude auto-band lekker relaxed doorheen dobberen. Tuben hadden David en ik in Laos al eens gedaan (zie eerder op de site) bij Vangvieng, maar dit was een hele kuise 18 min versie (google maar eens als je nu nieuwsgierig bent geworden). De kinderen vonden het wel erg spannend, want in een van de ruinte van de grot, hangt het vol met vleermuizen. Gelukkig zagen ze al snel dat die niks doen (en nadat Linde even bij de gids had gecheckt of deze vleermuizen geen mensenbloed drinken). Ook was er een kamer met allemaal kristal aan het plafond. In de laatste kamer van de grotten, zat een groot gat waar van boven het zonlicht door scheen, wat een heel bijzonder effect gaf. Na het tuben door de grot, gingen we nog verder om bij een riviertje te tuben. Daarvoor moesten we eerst achterin een pick-up staan. Hoewel David en ik in Honduras heel vaak achterin de bak van een pick-up reisden, blijf ik het heerlijk vinden. En ook de kinderen vonden het fantastisch. Op dat moment ben ik even niet meer de Sanja van wie iedereen altijd heel streng in een autostoeltje en de gordel moet (jaaa...ook voor dat hele kleine stukje van 2 minuten), maar geniet ik vooral gewoon van de wind in mijn haren en het prachtige uitzicht dat je dan hebt. We hobbelden en bobbelden door allerlei prachtige rijstvelden en stukken jungle, heerlijk!We keken onze ogen uit, vooral toen een deel van de jungle in brand leek te staan, maar onze gids dat niet erg leek te vinden (dat bleek ook niet erg, maar met opzet te zijn). Daarna gingen we nog heerlijk tuben, maar voor mij, en misschien wel voor de kinderen ook, was dat tochtje achterin die pick-up eigenlijk het hoogtepunt van de dag.
Dinsdag 20 augustus: balen van de belly
Vandaag zouden we eigenlijk gaan fietsen naar omliggende dorpjes, maar helaas had David afgelopen nacht een serious case van Bali Belly (en we zijn nog niet eens in Bali!) opgelopen. Voor degenen die niet weten wat dat is: het is ook wel bekend als de vloek van de farao (in Egypte) en draait verder vooral om de toiletpot. S morgens was duidelijk dat deze dag het voor David echt niet ging worden. Gelukkig mochten we voor een kleine fee de fietstocht een dag verzetten. Dat deden we terwijl we heel hard duimden dat David snel weer beter zou worden. David bleef die dag in bed. Althans, dat probeerde hij. Toen ik bij het ontbijt vroeg of ik een bordje eten voor David mocht meenemen naar de kamer omdat hij niet lekker was, stonden ze er op om een soort feestmaal voor hem te bereiden. Nou vooruit, dacht ik, maar.... ik breng het wel hoor, want mr David slaapt. Niet storen he? Ok. ok. (dat kan hier zowel ja als nee betekenen weten we inmiddels). Na 10 minuten belde David ineens, of ik roomservice had besteld ofzo. Ze hadden het toch naar zijn kamer gebracht en David, die niet snapte wat de bedoeling was, had ze vrij kordaat weer weg gestuurd. Wat beteuterd kwamen ze mij vragen , wat nu? Ik belde David en bij de 2e poging, werden ze wat hartelijker onthaald.
Omdat David verder geen kant op kon, bleven de kids en ik lekker een rustig dagje bij het zwembad. We testen onze snorkelmaskers uit en de kinderen doken muntjes op uit het zwembad, die ik er steeds weer in mocht gooien. Later voegde Molly, een Engels meisje van 10 zich bij het stel en speelde gretig het spelletje mee. Uiteindelijk kwam David, zoals dat nou eenmaal gaat bij David, s avonds wat wiebelig en 10 kg lichter de hotelkamer weer uit, maar voelde hij zich gelukkig wel beter. Hoera!
Woensdag 21 augustus: cross-country crossen
Vandaag was onze laatste dag in Yogyakarta en die besteden we door het het doen van een fietstour (die eigenlijk gisteren gepland stond). Dit betekende wel, dat we Yogya (voor intimi, dat zijn we inmiddels wel) zouden gaan verlaten zonder de Borobudur of Prembanan gezien te hebben. Dat voelde wel een beetje gek, omdat dat eigenlijk voor de meeste toeristen de reden is om naar Yogya te komen. Maar we twijfelden toch al een beetje of we zouden gaan en doordat David ziek was geweest, werd de keuze voor ons gemaakt. Zelf zijn David en ik nog steeds een beetje " uitgetempeld", omdat we al vrij veel tempels en anders must-see's hebben gezien. De eerste verschijnselen van tempel-moeheid werden duidelijk toen we bij Angkor Wat (Cambodia) allebei onze schouders ophaalden en zeiden: wat? weer een tempel. Meh. Ondanks dat we prima zagen dat het een prachtig complex is, lukte het ons niet om het zelfde enthousiasme op te brengen als de andere toeristen die we tegen kwamen en die soms wel 4 (!!) dagen lang een bezoek brachten. Of hetzelfde enthousiasme dat ik wel nog steeds kan opbrengen voor rare streetfood gerechtjes, een ritje achter in een pick up truck, of voor een slaapbus of -trein. Toen besloten we, dat het misschien ook wel ok is, om sommige must see's, gewoon niet te musten seen. En de kids? Ach, die hebben juist nog nooit een tempel gezien, dus die weten toch niet wat ze missen. Goede reden om nog een keer terug te komen, besloten we dus maar.
fietsen in Yogya
Op de fietstour werden we begeleid door Sefia en Juna, 2 heel eerdige inonesische meiden. Sefia reed voorop, gevolgd door ons (netjes als een treintje baby-eendjes achter de moeder eend aan) en Juna sloot de rij. Het verkeer is zoals overal in Indonesie (en Azie) vrij chaotisch en vooral heel veel (en vooral ook nog eens heel links). Dus telkens als we een weg moesten oversteken stak Sefia haar hand in de lucht (dat betekent: stoppen!), riep: stop moment please en dan stopten wij braaf. Vervolgens wierp zij zich voor de langs razende auto's en scoorters enzorgde ze dat wij konden oversteken. Gelukkig waren we vrij snel het drukke stadsgedeelte uit en hoefde die lieve Sefia niet meer steeds haar leven in de waagschaal te gooien om te zorgen dat wij naar de overkant kwamen. Hoewel we met het oversteken dus redelijk hulpeloze pulletjes waren, merkten we buiten de stad, dat we toch wel echte Hollanders zijn, die gewend zijn om te fietsen. Het indonesische tempo ging ons allemaal wat te traag en na een slechts een paar keer vragen, had Sefia door dat ze best een beetje mocht door trappen. We stopten bij een rijstveld "O you are lucky! do you want to help to plant?". Ondanks dat we wisten dat dit onderdeel van de tour was, speelden we het spelletje braaf mee en prijsden we ons heel erg lucky. Theije wierp 1 blik op de modder (en stukken asbest langs de kant van het rijstveld) en besloot dat ze die rijst lekker zelf mochten planten. Ook David hield liever schoen voetjes, dus alleen Linde en ik trokken onze schoenen uit en stapten tot onze kuiten in de blubberende, zuigende moddel van het rijstveld. Daar legden ze uit hoe het moest: precies zoveel afstand en lekker diep er in duwen. Toen we de eerste paar plukjes rijstscheuten in de moddel hadden geduwd, kirden de dames dat we "so smart" waren en het heel goed deden. Dus als ik bij terugkomst geen baan als psycholoog kan vinden, dan kan ik altijd nog op een rijstveld gaan werken. Daar ben ik blijkbaar ook smart genoeg voor. Terwijl we zo in de blubber in de hete zon rijst stonden te planten (wel diep respect voor de mensen die dit echt dagelijks doen) hoorde ik ineens weer een stemmetje in mijn hoofd. Het was van de tropenarts die ons 10 jaar geleden onze prikken had gegeven toen we met Theije naar Bali vertrokken en die ons waarschuwde om vooral niet IN de rijstvelden te gaan. Nou is mijn geheugen niet meer zo heel goed nadat het gemarineerd is geweest in de chemotherapie en ander lekkers, dus dit soort dingen komen vaak in kleine stukjes en vaak niet helemaal op het moment dat je het eigenlijk nodig hebt, naar boven. En deze info kwam dit terwijl ik net lekker met mijn handen in het rijstveld stond te wroeten. Linde had het ook al voor gezien gehouden, maar ik wilde niet onaardig zijn en maakte het rijtje nog even af. De informatie wat je allemaal voor engs krijgt van een rijstveld, kwam niet naar boven, maar toch leek het me toch maar beter om snel mijn voetjes te gaan schoon spoelen. De rest van de dag hield ik er een beetje een ongemakkelijk gevoel aan over. Tijdens de fietstocht fantaseerde ik er op los en aan het einde van de middag was ik er van overtuigd dat ik nu dus niet aan kanker, maar waarschijnlijk aan een enge tropische ziekte of parasiet ten onder zou gaan. Lekker dan. O ja, en Linde ook natuurlijk. Gelukkig kon Marianne, mijn privé arts me wat gerust stellen en na een nachtje slapen, heb ik besloten dat als we een enge tropische ziekte krijgen, we daar gewoon enge tropische medicatie tegen aan gooien. En dat hoewel Bilharzia (das een van de enge dingen heeft google mij later verteld) vreselijk eng klinkt en vast niet leuk is, geeft pas na 2-10 weken klachten. Dus dan genieten we nu maar eerst van de vakantie.
Na het rijstveld bezochten we nog een klein familie kroepoekfabriekje, een baksteenfabriekje (lees: een meneer die van de rijstveld modder bakstenen kleit) en een vrouwen farmers collectief waar Tempeh gemaakt wordt. Reuze interessant, alleen nu de kinderen weten dat Tempeh eigenlijk beschimmelde sojabonen zijn, zijn ze het er niet lekkerder op gaan vinden...
Na de tour had ik eigenlijk nog allemaal leuke plannen om te gaan batiken en zo voort, maar David en de kinderen waren inmiddels oververhit en hadden sterkte behoefte aan het zwembad. En aangezien ik overal bilharzia wormpjes in al mijn wondjes voelde krioelen, leek een middagje weken in een zwembad met veel chloor, mij ook wel een lekker idee. S avonds waren we weer fris en fruitig en zijn we voor het avondeten door Yogya gaan struinen. Bij een van de straatstalletjes werden we herkend door Ahmed, een van de vele aardige personeelsleden uit het hotel. Hij sprak ons aan, showde ons enthousiast zijn net nieuw (maar 2e hands) gekochte voetbalschoenen en bood Theije aan of hij niet even op zijn fiets wilde crossen. Theije had inmiddels zijn buik van het crossen door drukke straten, dus die sloeg het aanbod vriendelijk af. De kinderen aten hun wafels met Oreo koekje er op lekker op en we genoten nog even na van het gevoel dat het eigenlijk zo ontzettend leuk is, om herkend te worden in een stad aan de andere kant van de wereld, waar je eigenlijk denkt niemand te kennen. Maar niet dus. Want we kennen Ahmed. En Amed kent ons.
En zo kwamen we (bijna) aan het einde van ons avontuur in Yogyakarta. Maar natuurlijk nog niet van ons hele avontuur. Want er gebeurt nog veeeel meer spannends. Maar dat lieve kinderen, bewaren we voor een volgende keer...
Liefs,
David, Sanja, Theije en Linde
-
02 September 2024 - 22:12
Bregje :
Heel leuk om te zien en te lezen! Een mooie reis zo te horen. Veel plezier nog!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley